Tubes Buizenhandel

In het buitendijks gebied langs de Veersedijk, tussen de Veerweg en de gemeentegrens met Zwijndrecht, waren vroeger verschillende grote scheepssloperijen gevestigd. Bij deze scheepssloperijen kwamen diverse aanverwante bedrijfsactiviteiten. Een bekend bedrijf was indertijd in dit verband de Tubus, een onderneming die zo’n vijftig jaar geleden aan ongeveer 25 medewerkers werkgelegenheid bood.

De sloperijen leverden niet alleen schroot voor de staalfabrieken en gieterijen. Van gesloopte schepen kwamen ook andere producten die voor hergebruik uitstekend geschikt waren. Denk maar aan de inventaris die de sloperij mee kocht van de te slopen schepen. Als de scheepsinventaris van een aangekocht schip in de verkoop kwam kon het de eerste dagen een drukte van belang zijn op de Veersedijk. Vooral de eerste jaren na de oorlog was deze inventaris in trek bij particulieren, maar ook bij handelaren en bedrijven. Belangrijke ‘bijproducten’ waren ook de buizen en pijpen. Het bedrijfsterrein gezien vanaf de Rietbaan. De bekende sloperijen Frank Rijsdijk, Holland, en Arie Rijsdijk-Boss en later ook Stolk’s Handelsonderneming, hadden allemaal een aparte handel in deze producten. Rijsdijk-Boss besloot in 1931, tijdens de crisisjaren, zijn buizenhandel te verkopen aan een Joodse schroothandelaar in Amsterdam. Deze ging op het terrein van Rijsdijk-Boss (later Arbez, Veersedijk 171) met de buizenhandel verder onder een aparte naam: Tubus (van het Engelse Tubes = buizen).

Het gehamer en geklop om roest en ketelsteen van de pijpen en buizen te verwijderen werd een typisch Veersedijks geluid ter hoogte van Hooftwijk. Dat kloppen ging de hele dag door, en werd alleen onderbroken door het laden en lossen van vrachtauto’s. Ook het stapelen van buizen gaf een speciaal, ver dragend, geluid. Het meeste werk ging met de hand. Oude Ambachters herinneren zich misschien nog wel de stoere personeelsleden van de Tubus met hun leren voorschoot, als zij bij het hek langs de dijk even een blaasje namen.

In 1942 werden alle Joodse bezittingen door de Duitse bezetter geliquideerd, dus ook de Tubus. Na de bevrijding werd dit gelukkig teruggedraaid en kon ‘Tubus Handelsmaatschappij N.V.’ weer verder. Het bedrijf ontwikkelde zich tot een echte zelfstandige handelsonderneming. Vrachtauto’s met eigen bedrijfsnaam leverden bestellingen af in het hele land. De nadruk kwam toen vooral te liggen op nieuwe tweede keus pijpen en buizen, die voor veel toepassingen nog geschikt bleken. In 1963 nam de toen gefuseerde sloperij Frank Rijsdijk-Holland de Tubus over en verplaatste het bedrijf naar Veersedijk 161. Op die locatie hebben bijgaande foto’s betrekking. De ene foto is indertijd genomen op de Veersedijk iets voorbij de rotonde van het Noordeinde. De fotograaf keek richting Oostendam. De andere is gefotografeerd vanaf de Rietbaan. Het bedrijf ging zich vanaf de jaren ‘60 helemaal richten op nieuw kwaliteitsmateriaal, waaronder roestvrij staal. In 1975 kwam er weer een verandering. Toen vond de verhuizing naar een terrein aan de Nieuwe Bosweg plaats. (ongeveer de huidige locatie Karwei).

Nadat Frank Rijsdijk-Holland in 1980 eigendom werd van Hoogovens kreeg dit op termijn opnieuw gevolgen voor de Tubus. Het bedrijf verhuisde naar Utrecht. De Ambachtse bedrijflocatie werd afgebouwd en vanaf eind jaren ’80 was de Tubus voor ons dorp geschiedenis geworden.

Dit artikel kwam tot stand met dank aan de heer H.L. van der Linden te Zwijndrecht. Voor reacties: 078-6819205 of hiambachter@kliksafe.nl

Historisch Genootschap Hendrik-Ido-Ambacht
Arie Verhoeven

Fotoreportage