Oving Spoor

Een stukje geschiedenis.

Rond het jaar 1900 is de Veerweg aangelegd, aanvankelijk als een smal pad om de rivieroever te bereiken. Tuinders in ons dorp wilden een laad- en losplaats om hun groenten in bootjes te kunnen laden voor vervoer naar Dordrecht. Korte tijd later is het pad verbreed. Jonker en Stans, die zich aan de rivieroever vestigde, had hier belang bij. Maar ook wilde de rederij Fop Smit er een aanlegsteiger maken om vervolgens met veerboten hier te kunnen aanleggen. De aan de Veerweg grenzende gronden werden interessant voor de vestiging van bedrijven. Jonker en Stans werd al genoemd. Daar vlakbij vestigde zich begin 1900 eerst de sloperij van S. de Waard. Later kwam op diezelfde plek de Hollandse Beton Maatschappij. In 1948 werd het terrein eigendom van ‘Ovings IJzer en Staalhandel’.

Oving is bij de oudere Ambachters vooral bekend om z’n locomotieven en kiepwagens, het zgn. smalspoor. Het nieuwe bedrijf brak een aantal oude loodsen af uit het tijdperk van de Hollandse Beton Maatschappij en bouwde een nieuwe bedrijfshal. Bijgaande foto geeft een beeld hoe het er allemaal omstreeks 1965 heeft uitgezien vanaf de oprit naar de brug over de Noord. Vooral het grote opslagterrein met de rijen kiepwagens was jaren kenmerkend voor het bedrijf.

In de loodsen werden locomotieven gereviseerd en kiepwagens gebouwd of gerepareerd. Ook rails en wissels. Oving was gespecialiseerd in de verhuur van al dit materieel. Het werd na de oorlog vooral gebruikt op bouwplaatsen toen we nog geen grote bouwkranen en draglines ter beschikking hadden. Bovendien was Oving een begrip voor de steenfabrieken voor intern transport van de gebakken stenen. De verhuurafdeling deed vele jaren goede zaken. Na de watersnood van 1953 werd al het smalspoormaterieel verhuurd aan aannemers in Zeeland en Zuid-Holland. In latere jaren waren de mijnen in Zuid Limburg een belangrijke afnemer. Het was in die jaren dikwijls een hele drukte op de Veerweg. De vrachtwagens reden af en aan. Dank zij de gunstige ligging van het terrein was er ook veel transport per schip.

Aan het eind van de jaren ’50 kwam geleidelijk de mechanisatie in alle takken van het bedrijfsleven op gang; ook in de bouwwereld. Kranen en grondverzetmachines deden hun intrede. Langzamerhand liep daarop de verhuur van spoormaterieel terug. Oving ging toen handelen in heftrucks en grondverzetmachines. O.a. van het Duitse merk Sennebogen.  Later ook in draglines.

Vanaf 1963 kwamen de gronden van de nabij gelegen polder de Grote Noord in eigendom van Oving: 4,5 ha groot. De polder werd opgespoten. Vervolgens werden de kiepwagens hier gestald. Het onkruid tierde er welig. De Ambachtse jeugd, die het gebied ontdekte, sprak van het Ovingbos. Later is de polder aan de gemeente verkocht en kwam hier o.a. de gemeentewerkplaats en een klein bedrijventerrein.

Vanaf 1970 belandde Oving in een aantal fusieprocessen. Nog jaren heette het bedrijf O.D.S. (Oving-Diepeveen-Stuijken.) Uiteindelijk leidde dit proces tot opheffing van de bedrijfslocatie aan de Veerweg in 2002, waaraan 54 jaar de naam van Oving verbonden is geweest. De bedrijfsactiviteiten verplaatsen zich naar de vestiging op het bedrijventerrein Dierenstein in Barendrecht. De gronden wachten momenteel op een nieuwe bestemming, waarmee de geschiedenis hopelijk een vervolg zal krijgen.

Wilt u reageren op dit artikel. U kunt bellen 078-6819205 of een E-mail sturen naar: hiambachter@kliksafe.nl

Historisch Genootschap
Arie Verhoeven